Dynamiek en volume
Expressie
Notenwaarden
Maat
Enkelvoudige maatsoorten
Samengestelde maatsoorten
Rusten
Tempo
De metronoom
Maatwisseling
Opmaat
Triool
Ritme
Overzicht ritme, maat en tempo
After beat
Syncope
Ritmische motieven & ostinato's
Break & stop time
Fill-in
Muzikale dimensies
Het relatief systeem
Het absoluut systeem
Vals en zuiver
De vijflijnige balk
Melodie
Akkoord
Tussentonen
Notatie tussentonen
Veel voorkomende notaties
Articulatie
Octaafgebieden
Intervallen
Toonsoorten in grote terts, verhogingen
Toonsoorten in grote terts, verlagingen
Toonsoorten in kleine terts
Transponeren
Moduleren
Toonladder en tonaliteit
Grafische notatie
Middeleeuwse toonladders
De toonladder in andere culturen

Notenschrift

Geschreven tekst kun je op heel wat manieren voordragen. Met zo’n voordracht kun je een tekst maken of breken.

Hetzelfde geldt voor muziek. Het verschil tussen gedrukte noten en de uiteindelijk klinkende muziek is misschien zelfs nog groter. Noten geven maar een globale aanwijzing. Het is de uitvoerder die bepaalt hoe de muziek klinkt.

Toch is het notenschrift, de muzieknotatie, belangrijk. Het is een effectieve manier om muziek vast te leggen en weer snel op te roepen. Door muzieknotatie is ingewikkelde meerstemmigheid mogelijk. Je kunt met het notenschrift snel een hele groep mensen tegelijk muziek laten maken.



De vijflijnige balk

Er zijn veel systemen van muzieknotatie. Het meest gangbaar is de notatie op de vijflijnige balk met gebruik van de absolute notennamen.





Dit is een vijflijnige balk. Als je een noot hoger op deze balk plaatst, dan klinkt deze ook hoger.

De vorm van de noot bepaalt hoe lang deze duurt (hele noot, halve noot, kwartnoot, achtste noot, enz.).



Lijntjes

In onderstaand voorbeeld staat op (eigenlijk door) het 2e lijntje een hele noot.





Niet op het 4e lijntje dus, want bij de notenbalk begin je altijd onderaan te tellen.

Maar deze noot op het 2e lijntje kan nog elke toon voorstellen. Er staat namelijk niet aangegeven op welke lijn welke noot staat. Is dit een c? Een f? Om dit op te lossen staat er aan het begin van een balk een zogenaamde sleutel.



De g-sleutel

Vooraan onderstaande balk staat een sleutel, de g-sleutel:





De g-sleutel geeft aan dat de toon g op (eigenlijk door) het 2e lijntje staat.

Als je de plaats van de g weet, dan weet je ook de plaats van de andere tonen:





Een andere naam voor de g-sleutel is vioolsleutel.



Hulplijntjes

Als noten niet meer op de balk passen, dan gebruik je hulplijntjes:





Kijk goed naar bovenstaand voorbeeld:

Wanneer moet je wel, wanneer niet een hulplijntje noteren?

Wanneer precies moet je twee hulplijntjes gebruiken?

Weet je ook waarom hierboven bij de eerste (en laatste) drie noten drie aparte hulplijntjes achter elkaar staan in plaats van één doorgetrokken streep?







De f-sleutel

Vooraan onderstaande balk staat de f-sleutel:





De f-sleutel geeft aan dat de f op het 4e lijntje staat.

Als je de plaats van de f weet, dan weet je ook de plaats van de andere tonen:





Een andere naam voor de f-sleutel is bassleutel.



De g- en f-sleutel samen

De g-sleutel wordt voor de hogere tonen gebruikt, de f-sleutel voor de lagere. Hoe sluiten de beide sleutels op elkaar aan?







<inhoudsoverzicht>



Bovenstaande tekst (copyright) is afkomstig uit de 2e druk van het boek
Muziek, kort en bondig geschreven door Paul Bronkhorst.
U mag de teksten, tekeningen en notenvoorbeelden uit dit boek vrij gebruiken, indien u:
- deze zonder enige wijziging geheel of gedeeltelijk overneemt;
- de bron volledig vermeldt
(titel en auteur bij tekstovername, tekenaar bij overname tekeningen);
- op geen enkele wijze hieraan verdient of vergoedingen ontvangt
(geen readers of enig commercieel belang).